Het recyclageproces van oud papier begint door de vezels uit het oud papier opnieuw in suspensie te brengen in water. Men bekomt zo een grijze brij. Deze ondergaat dan een complex reinigingsproces om ongewenste vreemde voorwerpen te verwijderen : nietjes, lak, vernis, lijmresten, stukjes plastiek, touw, enz.
Voor sommige papiersoorten kan het nodig zijn om de lange vezels (naaldhout) te scheiden van de korte (loofhout). Deze bijkomende “sortering” gebeurt via verschillende opeenvolgende wasbeurten of fractioneringen, waarbij de te korte vezels verwijderd worden.
Voor de productie van bijvoorbeeld grafisch en sanitair papier is nog een bijkomende bewerking nodig, namelijk ontinkting. De inktdeeltjes die zich op de vezels hebben vastgezet, beïnvloeden uiteraard de kleur en de homogeniteit van het afgewerkt product. De pulp wordt gewassen in aanwezigheid van luchtbelletjes waardoor de inkt komt bovendrijven (flotatie).
De ontinkte pulp moet meestal worden gebleekt. Hiervoor gebruikt men vooral waterstofperoxide.