Het belangrijkste aandeel van de luchtemissies door de productie van pulp en papier, zijn afkomstig van de energieproductie op de site. Als men aardgas gebruikt, gaat het vooral om emissies van CO2 en stikstofoxide (NOx). In het gev a l van stooko l i e , steenkool of biomassa, moet voldoende aandacht besteed worden aan de emissie van zwaveloxide (SOx) en stofdeeltjes. Naast deze emissies, eigen aan de energieproductie, zijn er ook procesemissies te beheersen. Wat betreft het kraft procedé ( chemische pulp) gaat het om NOx, SOx en van stofdeeltjes afkomstig van de
regeneratieketel.
EEN BEPERKTE VOETAFDRUK CO2-EMISSIES : EEN BEPERKTE IMPACT
De broeikasgasemissies, blijven beperkt tot CO2 en zijn hoofdzakelijk verbonden aan de productie van stoom en elektriciteit met primaire fossiele brandstoffen op de site. Voor de papiersector bestaat er maar één oplossing om zijn invloed op de klimaatverandering en dus zijn uitstoot van CO2 te
verminderen: het verbruik van fossiele brandstoffen verminderen. Hiervoor beschikt de sector over 2 belangrijke hefbomen :
1. De energie-efficiëntie verbeteren: De laatste jaren heeft de sector grote inspanningen gedaan om zijn energie-efficiëntie te verbeteren, vooral door warmtekrachtkoppeling.
Deze hoogrendements-technologie vertegenwoordigt vandaag meer dan de helft van de energievoorziening in de sector. In het kader van vrijwillige en proactieve akkoorden heeft de sector heeft zich ook tegenover de gewestelijke overheden geëngageerd om zijn energie-efficiëntie te verbeteren.
2. Hernieuwbare energie : de sector heeft ook zijn potentieel aan hernieuwbare energie sterk uitgebreid. CO2-neutrale energiebronnen dekten in 2010
38 % van de energiebehoeften van de sector, 2x meer van 20 jaar geleden.
Hierdoor vermijdt de sector jaarlijks meer dan 1,2 miljoen ton CO2 emissies
Dankzij deze inspanningen is de hoeveelheid CO2 uitgestoten om een ton pulp en papier te produceren tussen 1990 et 2010 gedaald met 35 %. In 2010 bedroeg de uitstoot van CO2 per ton geproduceerd papier nog slechts 440 kg, wat neerkomt op een daling van 240 kg per ton papier in vergelijking met 1990. De emissies in de sector zijn dus sterk gedaald de laatste jaren. Ze worden trouwens grotendeels gecompenseerd door de koolstofcyclus waarin de papierproductie een rol speelt. De CO2 die
uitgestoten wordt bij de papierproductie, wordt opnieuw geabsorbeerd wordt door de bossen, waarvan de bijproducten weer gebruikt worden om nieuwe papierpulp te vervaardigen.
Een ton papier, waarvoor bij de productie 440 kg CO2 uitgestoten is, slaat in de houtvezels het equivalent van ongeveer 1400 kg CO2 op! Een ton papier slaat dus meer dan 3 maal zoveel CO2 op dan werd uitgestoten bij de productie ! Die CO2-opslag wordt trouwens verlengd
door de opeenvolgende recyclagecycli en ook verstrekt door de toegenomen recyclagegraad.
ANDERE LUCHTEMISSIES : EEN BEPERKT AANDEEL
De andere belangrijkste luchtemissies (buiten CO2) zijn stikstofoxide (NOx), zwaveloxide (SOx) en stofdeeltjes. Bovenop het verbeteren van de energie-efficiëntie, wat de emissies eveneens doet dalen, zijn de
laatste jaren door de Belgische papiersector een aantal specifieke maatregelen genomen:
– vermindering van de NOx-uitstoot via recirculatie van de rookgassen en branders met lage NOx- uitstoot
– een grote vermindering van de SOx-uitstoot via de concentratie van de “black liquor” in het kraft-procedé
– vermindering van de uitstoot van stofdeeltjes via elektrostatische filters
– andere reductietechnieken “end of pipe” voor SOx en NOx
Door dit soort maatregelen te nemen, zijn de emissies van NOx en SOx per ton geproduceerde pulp en papier tussen 2002 en 2010 gedaald met respectievelijk 35 % en 85 %. .
LUCHTEMISSIES: BELANGRIJKSTE AANDACHTSPUNTEN NATIONALE EMISSIEPLAFONDS
In het kader van het protocol van Göteborg legt de Europese NEC-richtlijn (“National Emission Ceiling”) aan België nationale emissieplafonds op voor de uitstoot van SOx/NOx/NH3 en VOS. Deze maxima betekenen absolute dalingen van 40 % tot 70 % vergeleken met de emissies van 1990. Binnenkort zullen er ook plafonds bepaald worden voor 2020 De papiersector heeft al in grote mate bijgedragen aan de emissiereducties door te
investeren in de beste beschikbare technologieën. Hierdoor hebben de bedrijven al het maximum aan inspanningen geleverd die technisch en economisch mogelijk is.
KLIMAATVERANDERING
De uitdaging van de klimaatverandering is een uitdaging op wereldvlak, waarvoor een oplossing moet worden gevonden via engagementen van een maximum aantal landen en van alle geledingen in de maatschappij. De Europese Unie heeft zich op het vlak van klimaatverandering de doelstellingen gesteld om tegen 2020 haar broeikasgasemissies te laten dalen met 20 % in vergelijking met 1990. Voor 2050 zij er doelstellingen van -80 tot -95% vastgelegd. Het unilaterale karakter van deze Europese verplichting betekent een bedreiging voor het concurrentievermogen van de Europese papierindustrie,die op de internationale markten rekening moet houden met de concurrentie van landen die nog geen gelijkaardige verplichtingen
aangegaan hebben. Het is vooral door het systeem van verhandelbare emissierechten ( CO2 quota) dat het concurrentievermogen van de sector kan
aangetast worden. Bovenop de extra kosten van de directe emissies door de papierfabrieken, is het eveneens en vooral de invloed van het systeem op de elektriciteitsprijzen en op grondstoffen die dat gevaar betekent. De papiersector is nochtans in staat om actief mee te werken aan de uitdaging van de globale klimaatverandering en hij beschikt daarvoor over verschillende hefbomen : energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, opslag van koolstof.
Deze bijdrage is alleen mogelijk als het concurrentievermogen van de sector gevrijwaard blijft.